Contact

Zandvoort en Assen

 Column 

Ongehoord
Als scheidend redactievoorzitter van het tijdschrift 'GELUID ' schreef Jan Kuiper, inmiddels voormalig directeur van de NSG onderstaand artikel als column en doopte voor de laatste maal zijn pen in azijn. Dat was in het verleden vaker het geval en meestal betrof zijn kritiek het (voorgenomen) geluidbeleid van de rijksoverheid. Sinds de totstandkoming van de Wet geluidhinder (Wgh) is immers sprake van een voortdurende uitholling en versoepeling. Recente voorbeelden daarvan zijn de onversterkte muziek, schoolpleinen en extreem lawaaiige evenementen op de circuits van Assen en Zandvoort.

Zo liet minister Cramer najaar 2008 de Tweede Kamer weten de geluidsregelgeving zodanig te willen aanpassen dat er duidelijkheid ontstaat over de geldende regels voor de circuits van Zandvoort en Assen. Wat de aanleiding hiervoor is en wat de minister niet zegt, is dat beide circuits zo nodig nog meer lawaai moeten kunnen maken. Vervolgens wil zij het aan de provincies overlaten of en in hoeverre zij gebruik gaan maken van die mogelijkheid. Hier is m.i. sprake van een politiek spelletje dat uitmondt in gelegenheidswetgeving en niets van doen heeft met een goede bescherming van burgers en milieu.  

Ingewikkeld

Wat bedoelde circuits – begrijpelijkerwijs – willen, is dat zij meer geluidsruimte krijgen om vaker commercieel interessante, maar tevens extreem lawaaiige, activiteiten te organiseren. De bevoegde gezagen, i.c. de betreffende provincies, willen daar wel in meegaan. Alleen de huidige wet- en regelgeving laten dat volgens de Raad van State niet toe.

Het blijkt een zodanig ingewikkelde problematiek dat een VROM-ambtenaar in Journaal Geluid over het circuit Zandvoort schreef: ‘Wat deze zaak ook duidelijk maakt, is dat de onduidelijke systematiek dit soort moeilijke zaken niet erg transparant maakt’. Minister Cramer spreekt dan ook van een noodzakelijke ‘verheldering van de regelgeving’. Zoals gezegd is echter de feitelijke reden dat de minister de bevoegde gezagen, in dit geval de provincies Noord-Holland en Drenthe, in staat wil stellen meer uitzonderlijke lawaaidagen te kunnen toestaan aan beide circuits.

 
Uitzonderingsdagen

Op dit moment zijn het circuit Zandvoort vijf en het TT circuit Assen zeven zogenoemde uitzonderings- of UBO-dagen vergund. Dagen waarop ze evenementen kunnen organiseren met extreem veel lawaai zonder dat rekening hoeft te worden gehouden met de vigerende geluidsregelgeving. De piekniveaus bij woningen in de omgeving blijken dan waarden te kunnen bereiken van meer dan 110 dB(A). Nog afgezien van de hinder leiden dergelijke hoge geluidsniveaus tot ernstige communicatieproblemen en daarmee samenhangende veiligheidsrisico’s. Ook is er kans op acute gehoorschade bij kinderen. Als het aan minister Cramer ligt, moeten de circuits twaalf uitzonderingsdagen kunnen worden vergund.

 

Wie beschermt burgers en milieu?

Wat je zou verwachten is dat de minister van milieu in dit soort situaties pal staat voor de bescherming van het milieu. Zij rept echter met geen woord over verworven rechten, i.c. de rechten van omwonenden van de circuits van Zandvoort en Assen, zoals vastgelegd in de vigerende vergunningen. Het lijkt er meer op dat zij zich aansluit bij de beide provincies die van mening zijn dat alles moet kunnen in Nederland en dat we daarvoor desnoods de wetgeving moeten aanpassen. Een standpunt dat zelfs de minister-president al eerder innam en daarmee minister Cramer voor de voeten liep. Balkenende getuigde daarmee niet een minister-president te zijn voor alle Nederlanders. Het lijkt er op dat voor Balkenende zijn persoonlijke interesse (in de autosport) zwaarder weegt dan een fatsoenlijke bescherming van duizenden omwonenden van beide circuits.

 

Bijzondere situaties

Het bieden van wat meer geluidsruimte aan bepaalde activiteiten of bedrijven is niet ongebruikelijk. Meestal levert dat ook weinig of geen problemen op. Bij de beide circuits gaat het echter om meer geluidsruimte voor bijzondere (lees extreem lawaaiige) activiteiten van inrichtingen die indertijd door de wetgever niet zonder reden al als grote lawaaimakers zijn bestempeld. Daarom is voor hen niet alleen de Wet milieubeheer (Wm) maar ook de Wgh van toepassing. Een extra waarborg, zou je denken, om de omgeving te vrijwaren van al te veel overlast. Vervolgens zien we het merkwaardige verschijnsel dat via de milieuvergunning op grond van de Wm - nota bene bedoeld ter bescherming van het milieu - de zoneringsystematiek van de Wgh ondergraven wordt. Uitzonderlijk lawaaiige activiteiten van deze grote lawaaimakers worden in vergunningen legaal ‘buiten de wet geplaatst’. Daarmee is de zaak juridisch weliswaar keurig geregeld, maar het leidt wel tot extra geluidsbelasting vanwege deze toch al grote lawaaimakers.

 

Dieptriest

Het is dieptriest dat door een wijziging van de landelijke regelgeving de aan de circuits in Zandvoort en Assen al jaren gegunde extra geluidsruimte nu nog eens verder uitgebreid moet kunnen worden. De vraag is beide betrokken provincies wel voldoende inzicht hadden in de consequenties toen zij instemde met de versoepeling van de milieuvergunningen. Nog triester wordt het, nu nota bene de minister van milieu overgaat tot versoepeling van de regelgeving omdat is gebleken dat de Raad van State bedoelde versoepeling in de milieuvergunningen voor Zandvoort en Assen ontoelaatbaar vindt.

De enige die deze dieptrieste en ongehoorde ontwikkeling nog een halt kan toeroepen is het parlement. Hopelijk worden de protesten bij Eerste en Tweede Kamer net zo luid gehoord als de uitzonderlijk luidruchtige bedrijfsomstandigheden op Zandvoort en Assen.

 

 Jan Kuiper, december 2008

Zie voorstel wijziging Wgh