Contact

Gemeenten doen weinig aan laagfrequent geluid

Gemeenten doen weinig aan laagfrequent geluid
Klachten worden vaak niet serieus genomen
Delft, 22 februari 2000
Mensen die ernstige hinder ervaren van laagfrequent geluid doen vaak tevergeefs een beroep op de milieudienst van hun gemeente. Dat concludeert de Nederlandse Stichting Geluidhinder (NSG) te Delft uit de reacties die zij ontvangt naar aanleiding van de publicatie van de NSG-Richtlijn laagfrequent geluid. Deze werd vorig jaar juli naar alle gemeenten gestuurd.

De richtlijn is bedoeld voor geluidsdeskundigen en geeft informatie over de wijze waarop met klachten over laagfrequent geluid moet worden omgegaan. Geluidsonderzoek moet uitsluitsel geven over de vraag of er lage tonen in de woning aanwezig zijn. Daaraan wordt namelijk nogal eens getwijfeld omdat veel mensen het geluid niet horen; ook de geluidsdeskundige vaak niet. Tot nu toe hebben gemeenten nog maar zelden gebruik gemaakt van de NSG-Richtlijn. Een van de redenen daarvoor is dat regelgeving in een wettelijk kader ontbreekt. Daardoor kunnen gemeenten niets ondernemen in het geval de geluidsbron gevonden is.

De normale onderzoeks- en beoordelingsmethoden voor hinderlijk geluid zijn voor laagfrequent geluid niet geschikt. In de richtlijn worden aanwijzingen gegeven hoe geluidsmetingen moeten worden uitgevoerd en bij welke geluidsniveaus er hinder te verwachten is. De gehinderde kan zelf geluidsopnamen maken met gevoelige opnameapparatuur, na instructie door een deskundige. Die analyseert de opnamen later in een laboratorium. De gehinderde hoeft alleen maar de apparatuur in te schakelen op het moment dat het geluid naar eigen zeggen het hevigst aanwezig is.

Als het om klachten gaat die aan laagfrequent geluid worden toegewezen, kan niet altijd de oorzaak direct worden vastgesteld. Het is voor de slachtoffers echter van het grootste belang dat op objectieve wijze kan worden vastgesteld wat er hand is. De optredende geluidsniveaus zijn zo laag dat veel mensen het niet eens horen. Toch hebben sommige mensen daar zoveel hinder van dat zij ten einde raad zijn. Men omschrijft het geluid als een zware dieselmotor op afstand of een dreunende pomp. 'Zodra je het hoort wordt het steeds erger'. De klachten zijn veel ernstiger dan bij ander geluid. Men is op zoek naar een verklaring. Zolang die uitblijft slaat de stress toe. De NSG wil met de richtlijn een steun in de rug geven aan alle mensen die er vast van overtuigd zijn dat hun probleem een geluidsprobleem is.